Dag zoveel van de quarantaine…

Geen hulptroepen om de tenten op te bouwen( ingeslagen bier drinken we zelf maar op), geen geleverde planten, geen geleverde deuren voor het badgebouw, maar wel talloze andere karweitjes.

Vorige week al gestart met het snoeien van de olijfbomen en nu daar ook mee verder. Niet continue, want de handen beginnen al pijnlijk te worden ( door de knipbewegingen), het maken van het huiswerk ( compiti via Classroom), de hond uitlaten, naar het dorp lopen ( auto is weer ( “weer”??…tja het hoort bij ons, dus ook de ” nieuwe” auto heeft kuren: eerst de ruitenwissers die een eigen leven hebben en nu is het vermogen weg…) stuk (maar Marco uit het dorp gaat het weer fixen)etc.

Goed de olijfbomen…snoeien betekent ook takken op de grond ..Heel veel takken. En dat betekent fikkie stoken! Nu zijn wij inmiddels ervaren stokers, echter soms pakt t anders uit.
Op het terrein liggen nog enkele stapels van vorig seizoen ( na mei geen open vuur) en die moesten er nu ook aan geloven. ” Is er niet teveel wind?”., “Mwah, valt wel mee, ik doe voorzichtig” . Zo gezegd, zo gedaan. Vijf seconden ging het best goed en onder controle…tot de wind zich er mee ging bemoeien. Woetsj!!! Paniek!! Vlammen waaiden over het kurkdroge gras en alles ging in lichterlaaie. “Rachel!!!!!” “Oooh…waar is de hark?” “Ja ik dacht die haal ik zo , eerst fikkie aan”, “….!!%#:”
Met zn tweetjes sloegen wij op de vlammen , de jongens gingen emmers water halen en ondertussen was de hele stapel in de fik en de hitte enorm. Gelukkig draaide de wind…wij kregen controle en nu rest een enorme zwarte plek op ons terrein.
Maar de dag was nog niet ten einde. Voor de volgende stapel werd de zitmaaier gehaald. Om de stapels heen moest een bufferzone gemaaid worden. Op het meest onmogelijke plekje van ons terrein deed hij het ineens niet meer. Ai…( wij zagen ons weer al het gras met de handmaaier doen( dan is 5ha best veel)). Maar Klus&Klus draaien inmiddels hun handen nergens meer voor om. Zitmaaier op pellets gezet en wij eronder. Beetje technisch praten ” is t de v-snaar?” ( zit dat trouwens in zo’n ding?), “aandrijfas” en wat op dingen duwen. Niets leek te lukken totdat we een rubber band zagen die anders liep. Alles los geschroefd (” ik leg de boutjes hier en stop de moeren in dit zakje” ) ( inmiddels tig keer heen en weer gelopen voor een schroevendraaier, een hamer, een dopsleutel en toen nog een) en daarna vakkundig de band goed gelegd ( tenminste wat wij dachten dat goed was.. ). Alles weer dicht en vast en toen de test. Sleutel omdraaien en…brrroem en weg!! Totale euforie maakte zich van ons meester: zoenen en highfives. En zo hoort het: een echte boer kan zelf dingen fiksen.
Morgen gaan we weer rijden met de afgeknipte takken, stapels maken en dan in de fik ermee ( tenminste als er geen wind is..).